Tja waarom zou je dingen veranderen… Ik weet het ook niet. Het is dan ook voor iedereen anders. Of je iets wilt veranderen is afhankelijk van wat je ervoor wil doen en of je iets als vervelend ervaart zoals het nu gaat. Dat is namelijk een belangrijk onderdeel: het ‘leed’ is vaak groot genoeg op het moment dat je ervoor kiest om iets te veranderen.
Hoe dan?
Het zit hem in de crux. Want hoe werkt dat dan bij jou? Je merkt dat het niet helemaal lekker loopt. Wat doe jij dan? Sta je dan direct stil bij jezelf en wat jij anders zou kunnen doen? Of ben je meer geneigd om om je heen te kijken? Je benoemd allerlei omstandigheden waardoor het nu even niet lekker loopt. Of je wijst naar mensen die daarvoor zorgen. Ik zal een voorbeeld geven, misschien is het dan gemakkelijker stil te staan bij hoe je dit zelf doet.
Een jongeman zit in een vergadering en kan zijn mening niet duidelijk geven. Hij probeert zo af en toe eens iets te zeggen, maar hij merkt dat een ander steeds weerwoord heeft. Deze jongeman zegt steeds minder en raakt gefrustreerd. In zijn hoofd moppert hij op degene die een weerwoord hebben, want hoezo weten zij het altijd beter? Ik ben zeker weer niet belangrijk genoeg… Uiteindelijk zegt hij maar niets meer en voelt zich alleen maar boos. Als er keuzes gemaakt moeten worden, reageert hij lauwtjes en laat de anderen kiezen. Als hem letterlijk gevraagd wordt of hij het er mee eens is, zegt hij alleen maar “ja hoor”. In zijn hoofd komen allerlei gedachten voorbij: ze luisteren ook nooit naar mij, mijn mening is zeker weer niet belangrijk genoeg, zij menen het altijd beter te weten, de baas en collega’s mogen hen meer dan mij. En zo misschien nog wel meer.
Als achteraf aan hem gevraagd wordt hoe het komt dat hij zo kort reageerde en niet meer echt mee deed met de vergadering, komen de volgende argumenten: de anderen wilden niet luisteren naar wat ik te zeggen had, ze bleven maar hameren op hun eigen punt en kraakten dat van mij alleen maar af. Het is nooit goed wat ik zeg. Er was sowieso ook niemand die mij de kans gaf om mijn zegje te doen. En ik raakte ook wel afgeleid van het geluid van buiten. Ik snap ook niet dat wij hier vergaderen als er zo’n herrie is buiten.
Zoals je merkt zegt deze jongeman niets wat echt met hem zelf te maken heeft. De anderen gaven hem geen kans en er was van buitenaf afleiding. Hij gebruikt ook woorden als ‘niemand’ en ‘nooit’, wat heel sluitend is. Je kunt er geen kant meer mee op. Vaak klopt het niet dat ‘niemand’ luistert. Er is altijd wel iemand die in dit geval wél geluisterd zal hebben. En zo ook met nooit; het is de vraag of het ‘nooit’ goed is. Misschien is het de ene keer goed en de andere keer niet, maar het woord nooit is wel heel groot. Daarmee maak je het voor jezelf ook groter en erger. Het komt meer binnen. Terwijl als je hier reëel naar kijkt, dan voelt het direct wat milder. Dat merk je misschien al wanneer je leest dat het de ene keer goed gaat en de ander keer niet. Dat klinkt direct rustiger in je oren. Neem dit mee! Dus sta stil bij welke woorden je gebruikt en check of het reëel is.
Even terug komen op de beginvraag
Nu even terug naar de beginvraag: waarom zou je willen veranderen? Want het voelt vaak op het moment zelf veel beter om te blijven verwijzen naar de fouten van anderen, zodat je er zelf niets aan kunt doen. Dit voelt vaak prettiger, want iets fout doen voelt juist niet prettig aan. Als je naar anderen of omstandigheden kan wijzen, heb jij tenminste niets verkeerd gedaan! En daarbij; je hoeft niet al te veel moeite te doen om dingen te veranderen. De ander zou iets moeten veranderen. En dan gaat het voor jou vanzelf beter…
Uhmmm, nee dus! Zo werkt het niet. Als je gaat zitten afwachten tot anderen het een en ander veranderen, gaat er voor jou zeker ook iets veranderen, dat klopt. Terwijl het de vraag is of dát ook hetgeen is wat goed is voor jou. Want op het moment dat je meevaart op wat anderen doen, wil dit niet zeggen dat dit bij jou past. Vaak zie je dat je dan juist verder van jezelf af komt te staan.
Neem dat voorbeeld van die jongeman. De keuze die gemaakt werd, was niet iets waar hij echt achter kon staan. Toch moet hij er nu in mee omdat hiervoor gekozen is. Hij zal dus wat verder van zichzelf af komen te staan in de aanpak hiervan. Je kunt je voorstellen dat dit zeker geen goed gevoel gaat geven. Zorg dus dat je altijd bij jezelf nagaat wat er nu voorgevallen is. EN dat je vanuit jezelf kijkt en niet vanuit de ander.
Zorg dat je kijkt naar wat er bij jou gebeurde op het moment dat mensen tegenwicht brachten in hetgeen jij te zeggen had. Voelde je je aangevallen? (en hoe kwam dit dan?). Had je je goed genoeg voorbereid zodat je een stevige mening kon geven? Liet jij je afleiden door het omgevingsgeluid of heb je er ook iets van gezegd? Of gevraagd of daar iets in kon veranderen? En ga zo maar door. Op allerlei manieren kun je meer kijken naar je eigen aandeel. Door dit te doen, kom je erachter waar JIJ nog aan te werken hebt en hoe je het de volgende keer anders aan kunt pakken.
Ik zou zeggen; succes! Want ook jij wil lekkerder in een vergadering (of wat dan ook) zitten.