Wat je denkt ben je zelf heb ik al weleens gezegd. Het gaat er dan vooral om dat wat jij denkt dat anderen denken, waarheid is. Dit kan natuurlijk niet zo zijn. Dit geldt alleen als je erom vraagt en hierop een eerlijk antwoord krijgt. Je kunt dan in principe niet anders dan aannemen dat dit de waarheid is. Als dit niet zo is, is dit het probleem van die ander. Jij kunt daar niets mee!

Die gedachten toch

Er zijn allerlei soorten gedachten. Zoals hierboven beschreven gaat het over invullen voor anderen. Dit helpt niet echt bij het lekker in je vel zitten, want je vult het vaak toch op een vervelende manier in. Een andere vorm van gedachten helpt ook niet echt. Dat is de ‘van een mug een olifant maak gedachte’. Dit gebeurt veel vaker op een dag dan je denkt. Een voorbeeld hiervan maakte ik gisterenavond mee. Mijn kinderen zijn met groep 8 op kamp. Tijdens de spookavond op dat kamp was ik samen met enkele vrienden ‘spook’. Acht groepjes kwamen om de beurt voorbij. Wij hadden onze act over een tiental meters verdeeld met telkens een ander effect. Sommigen durfden echt niet voorbij of door te lopen. Waarom? Aan het begin van ons gedeelte stonden een aantal kaarsjes. Je hoort de kinderen in het groepje tegen elkaar praten en als ze de kaarsjes opmerken begint het: “Nu gaat er iets gebeuren”, “Ik denk dat daar iemand staat”, “Ik hoor iets, jij niet?” Ga zo maar door. Ze maken het elkaar, maar vooral voor zichzelf steeds enger. Ze verzinnen er van alles bij, waardoor ze steeds minder door durven lopen.

Zo gaat het vaak

In het dagelijks leven gebeuren er de hele dag door allerlei dingen. Grote dingen en kleine dingen. Bij iedere situatie komen gedachten en gevoelens op. Daar kun je niet omheen, dat gebeurt vanzelf. Die eerste gedachten komen vanzelf. Daarna ‘verzinnen’ we er van alles bij. Ik noem het verzinnen, omdat alles wat je erbij bedenkt vaak iets is wat jij invult vanuit je eigen ervaringen. Het zijn geen feiten! Hoe meer je er bij bedenkt, hoe groter je een probleem kunt maken. Want meestal gaat het in de trend van ‘ik zal het zeker weer niet goed gedaan hebben’,  ‘ze zullen wel denken dat ik raar doe’ of ‘ze denken misschien dat ik boos op hen ben en ze worden zometeen agressief naar mij toe’. Je kunt je voorstellen dat je je minder prettig zult voelen door zulk soort gedachten.

Hierin blijft belangrijk:

Stel je jezelf altijd de vraag: Klopt het wat ik denk?

En check het dan ook: Welk bewijs heb ik hiervan?

Zorg dat dit enkel feitelijk is, want anders heb je snel weer te maken met invulling van je eigen gedachten, overtuigingen en ervaringen!

Succes!