Net zoals iedereen heb jij je eigen unieke reactiestijl. Dit heeft te maken met je karakter en met al je ervaringen en herinneringen. Daarnaast wordt er om je heen op een bepaalde manier gesproken. Ook dat beïnvloedt je manier van reageren. Veel mensen staan hier helemaal niet bij stil. Ze doen wat ze altijd doen en dat zal wel goed zijn. Dit is natuurlijk niet altijd zo. Je zult echt wel eens merken dat het niet helemaal lekker verliep. Maar ja, waar lag dat nou aan? Aan die ander natuurlijk…
Wat is jouw reactiestijl?
Vaak is het zo dat er snel naar de ander gewezen wordt. Of je kon er niets aan doen, want het had er mee te maken dat de situatie zo was. Noem het maar op, er komt van alles voorbij. Daarom wil ik vandaag eens stil staan bij een aantal verschillende stijlen van reageren. Zo kun je erachter komen hoe dit voor jou is en kun je zelfs overwegen of je misschien beter iets kan aanpassen.
De oeroude reactiestijlen: vechten, vluchten en bevriezen
De drie bekendste reactiestijlen – vechten, vluchten en bevriezen – zijn precies zoals je denkt dat ze zijn. Bij vechten ga je in de aanval. Dit kun je op verschillende manieren doen. Het kan zijn dat je meteen een grote mond openzet, dat je letterlijk fysiek aanvalt, of dat je kiest voor de meer onopvallende weg: bijvoorbeeld manipuleren, de ander zwart maken, roddelen of dingen zeggen die niet waar zijn.
Bij vluchten ga je dingen uit de weg. Je zorgt dat je er direct tussenuit piept en zoekt een ogenschijnlijk veilig onderkomen. Je kunt verder nog drie soorten vluchten onderscheiden:
Bij voorkomen ga je iets bij voorbaat uit de weg. Je hebt het idee dat iets spannend, moeilijk of wat dan ook is, dus je zorgt dat je hierbij wegblijft.
Als je jezelf afleidt door bijvoorbeeld tv te gaan kijken, kleding te gaan kopen of net te doen dat iets niet bestaat, vermijd je ook een moeilijke of niet leuke situatie. Je vlucht weg van je vervelende gevoelens door iets anders te gaan doen. Dit kan in heel subtiele manieren gedaan worden. Dan zul je zelf niet snel bedenken dat je hier aan het vluchten bent en toch, als ik door zou vragen, zou je hier wel op uit komen!
Bij verdoven zorg je door inname van middelen om maar niet te voelen wat je voelt, of aan te gaan wat je aan zou moeten gaan. Je kunt hierbij denken aan drinken, roken, snoep, drugs zodat je je zogenaamd beter voelt. Op dat moment misschien wel, vaak is het achteraf helemaal niet beter. Juist slechter; door een kater, volle (zere) buik, misselijkheid of loom gevoel.
Bij bevriezen kun je niets meer. Het woord zegt het al; je verstijft ter plekke. Je laat de situatie je overkomen, je voegt je ertoe. Je klapt dicht of je geeft toe aan de wensen van de ander.
Sta er eens bij stil
Herken je de hierboven beschreven reactiestijlen? Sommige zullen heel herkenbaar zijn en andere wat minder. Dit laatste heeft er vooral mee te maken dat je vaak op het moment kiest voor een gemakkelijkere, fijnere oplossing. Je maakt deze keuze niet bewust. Je doet dit zonder er echt over na te denken. Ik wil je toch eens uitnodigen dit wél te doen! Je hebt per dag ontelbaar veel reacties. Het is maar goed dat je niet overal bij stil staat. Dat zou wel héél druk worden! Dat hoeft ook helemaal niet. Wel kun je af en toe eens terug kijken naar hoe je reageerde in een bepaalde situatie en waar deze mogelijk reactie mogelijk mee te maken had.
Doorloop het reactiestijl-stappenplan
Je kunt deze stappen meerdere keren op een dag doorlopen. Iedere keer onderzoek je een andere situatie.
Stap 1
Kies voor jezelf welke momenten op de dag het het beste uitkomt om even stil te staan bij jezelf. Dit hoeft niet zo lang te duren en kan ieder moment gedaan worden. Bijvoorbeeld tijdens het autorijden, tijdens het tanden poetsen, of wanneer je koffie drinkt. Zo lang je van te voren maar duidelijk met jezelf afspreekt wanneer je dit die dag wilt doen.
Stap 2
Kijk terug naar een situatie van die dag. Wat gebeurde er? Wie was er bij? Welke gedachten merkte je bij jezelf op? Welk gevoel gaf je dit? En hoe reageerde je op deze situatie?
Stap 3
Wat was het effect van je gedrag tijdens de situatie? Wat leverde je gedrag je op?
Stap 4
Wat was het effect van je gedrag na de situatie? Dit kan direct erna zijn, maar ook de avond erna of de dag erna. Wat merkte je na de situatie op? Wat heeft je gedrag achteraf opgeleverd, of juist niet?
Stap 5
Wat zegt het effect je – heb je er voordeel bij, of toch niet? Moet je nu bijvoorbeeld meer werk doen omdat je iets uitgesteld hebt? Of heb je ruzie met een ander omdat je direct boos werd? Ook kan het zijn dat je je rot voelt, omdat je alleen maar bezig geweest bent met de ander. Je weet nog maar amper wie er allemaal in die situatie was! Het belangrijkste is natuurlijk: wil je dit op deze manier of toch liever anders?
Stap 6
Bedenk wat je tegen heeft gehouden anders te reageren of wat het je lastig maakte. Het kan zijn dat je iets moeilijk vind en daarom maar even niet begint. Zoek dan naar wát je moeilijk vind en wat je daarvoor moet leren. Zet hier ook direct een actie op, want anders blijf je hier tegen aan lopen!
Het kan ook zijn dat er iets niets uitgesproken werd omdat je boos werd. Je blijft hier dan mee rondlopen. Er is dan zelfs een probleem bij gekomen. Het gaat nu niet meer alleen om de situatie, maar ook om de ruzie die je hebt. Bedenk waardoor je boos werd. Waar had dat mee te maken? Wilde je er niet aan denken en helpt boos worden om er niet verder over te praten? Voelde je je aangevallen door wat gezegd werd? Hoe kwam dit? Ook dit kun je helemaal uitpluizen. Vaak zit er een bepaalde behoefte achter die jouw reactie vormt. Maar wanneer je iets anders doet dan die behoefte uitspreken, wordt het er niet beter op. Vandaar dat dit onderzoek zo belangrijk is!
Ga hiermee aan de slag en bekijk wat jíj kunt doen om situaties anders aan te pakken!